Volgens erfgoedarchitect Jacqueline van Dam van Van Hoogevest Architecten staat de constructie van gebouw 66 als een huis. Het is dan ook niet nodig om ingrijpende veranderingen aan te brengen. “We doen er inderdaad betrekkelijk weinig aan”, vertelt Van Dam. “Daar zijn we erg blij mee want de constructie is natuurlijk een waardevol onderdeel.”

Stevige constructie

Van Dam is duidelijk onder de indruk van het monumentale pand. Enthousiast vertelt ze meer over de geschiedenis, het heden en de toekomst. Zo blijkt de ‘bijzonder stevige’ constructie terug te voeren naar de oorspronkelijke functie van het gebouw: een mastenloods. “De masten lagen in openingen van 14 meter breed en 56 meter lang. Begin 19e eeuw is er een enorme houten constructie gemaakt om de vrije overspanning die daardoor ontstond te kunnen dragen.”

Verschillende tijdlagen

Tijdens het voorbereidend onderzoek openbaarden verschillende tijdlagen zich aan Van Dam. Hierover vertelt ze: “Gedurende de jaren zijn er veel dingen aangepast. Op een gegeven moment is er bijvoorbeeld een hoek afgesnoept om een helling te maken. Op die manier konden torpedo’s naar binnen worden gebracht. Ook is een deel van de trekbalk doorgezaagd om er een loopkat-systeem in aan te brengen. Dat werd gebruikt om materialen te verplaatsen. Haha ja, het is echt heel leuk wat zo’n gebouw allemaal aan je vertelt.” De architecten hebben besloten om dit soort elementen grotendeels intact te laten: “Ze laten goed zien welke functies het gebouw heeft gehad. Het heeft dus niet alleen gediend als mastenloods maar ook als torpedo-opslag en ijzermagazijn”, aldus Van Dam.

Zwartgeblakerde planken

De rauwigheid en de verschillende ‘bonkige ingrepen’ maken gebouw 66 tot een waardevol en interessant project voor de architect. Met name het dak en de balken hebben haar bijzondere aandacht. Ze vertelt: “Van het dakbeschot is in de jaren 90 een groot deel vervangen. Daardoor is er weinig origineel materiaal overgebleven. Er is echter één opvallende plek in de zuidwestelijke hoek. In 1943 is daar een bom op gevallen. Tijdens de oorlog hebben ze dit hersteld en dat zie je terug in het dakbeschot. De planken hebben verschillende kleuren. Sommige zijn wat zwartgeblakerd. We vinden het belangrijk om dat in het zicht te laten, juist omdat het zo’n specifiek verhaal vertelt. Niet alleen over het gebouw, maar over heel Den Helder.”

Behandelen van het hout

Ook de namen op de karakteristieke balken blijven behouden. “Die balkconstructie is toch wel een hoofdrolspeler in het gebouw. De plekken waar de meeste namen op de balken staan, bevinden zich straks boven de grotere ruimtes, zoals de ontvangsthal. Dat is natuurlijk erg leuk”, zegt Van Dam. In verband met enkele schadelijke beestjes zal het hout hier en daar behandeld moeten worden. “Vooral op de punten waar we nieuwe akoestische platen aanbrengen tegen het dakbeschot. Daar mag geen houtworm in zitten.” In eerste instantie was het idee om de gehele constructie te behandelen. Uit voorzorg lieten de architecten het effect van de behandeling op de opschriften onderzoeken. “Daaruit bleek dat de namen toch iets minder zichtbaar zouden worden. We hebben daarom besloten om alleen de plekken te behandelen die uit het zicht worden gehaald.” Van Dam is niet al te bang dat er alsnog beestjes opduiken in de balken die niet worden behandeld. “Het is nu een koud gebouw. Als het in gebruik wordt genomen, wordt het weer verwarmd. Dat is beter voor het hout. Maar het is er sowieso niet slecht aan toe, dus ik maak me geen zorgen.” Om extra focus op de constructie te leggen, worden alle installaties die in het dak hingen, verwijderd. “Ze haalden de aandacht weg van het prachtige dak. De nieuwe installaties worden daarom zoveel mogelijk in de vloer of in holle wanden geplaatst.”

Duurzaamheid

Natuurlijk is er ook goed nagedacht over duurzaamheid. Zo komt het dak van gebouw 72 straks vol te liggen met zonnepanelen. “Bij gebouw 66 hebben we er bewust voor gekozen dat niet te doen. Onder andere omdat het een van de eerste gebouwen is die je ziet als je Den Helder binnenrijdt. Het oogt niet heel aantrekkelijk als je dan meteen een landschap aan zonnepanelen ziet.” Wel wordt gebouw 66 geïsoleerd waar dat mogelijk is: “Het glas wordt bijvoorbeeld vervangen door monuglas, ook wel monumentenglas genoemd. Dit is extra dun glas dat erg goed isoleert. Het kan bovendien worden ingepast in de bestaande ramen. Ook hebben we maximaal ingezet op duurzame installaties. Zo komt er een WKO (een Warmte Koude Opslag, red.) waardoor een aardgasaansluiting niet meer nodig is”, legt Van Dam uit. Tot slot spreekt ze de hoop uit dat mensen zich thuis zullen voelen in het gebouw. “Duurzaamheid gaat niet alleen over energieneutraliteit maar ook over het maken van een plek die nog lang zal bestaan. Ik hoop dat de mensen er graag zullen komen en dat het echt een huis voor de stad wordt.”