Als adelborst liep hij met een zware plunjezak vanaf het Koninklijk Instituut Marine over het Schuine Pad op Willemsoord richting de Spoorstraat. De kortste route. Lag hij met schepen in onderhoud in Dok 2 op de Rijkswerf, dan overnachtte hij er aan boord. Ook als hij iets moest regelen in een van de werkplaatsen voor het onderhoud, zwierf hij rond over het terrein. Stadhuiswethouder Michiel Wouters is kortom een oude bekende van Willemsoord.
Als je hem vraagt hoe hij het vindt dat het nieuwe stadhuis pas in 2023 in gebruik wordt genomen, zegt hij in eerste instantie nuchter: “Dat is jammer. Maar ik ga er vast nog wel een keer kijken.” In 2022 zijn er verkiezingen, en dan is er altijd een kans dat Wouters niet terugkeert als wethouder. “Ook de leeftijd gaat tellen.” Maar stel dat zijn partij weer meedoet en dan geen geschikte opvolger heeft, wil hij nog best een ronde overwegen ‘als de gezondheid meewerkt’. Want ja, stiekem lijkt het hem wel mooi om te werken op die nieuwe locatie: “Uiteraard ben ik jaloers op een nieuw college. Ik zou daar nu al graag willen zitten. Het lijkt me een geweldig fantastische en inspirerende omgeving.”
Kunt u nou nog eens een keer uitleggen waarom het stadhuis op Willemsoord komt?
“We hebben een heleboel locaties bekeken en uiteindelijk hebben we hiervoor gekozen. De belangrijkste reden is dat Willemsoord past bij het nieuwe imago van Den Helder: stoer en maritiem. Dat komt allemaal samen op Willemsoord. De harmonie met de bestaande nautische en maritieme activiteiten lijkt me straks ook mooi om te zien. Sommige mensen zijn bang dat die verdwijnen, maar dat willen wij helemaal niet. Het zou namelijk een aan??slag zijn op dat stoere en maritieme imago. We willen dat juist laten voortduren. Men is bang dat er ook maar een harde slijptol aan hoeft te staan, en dat ambtenaren gaan klagen. Uiteraard zorgen we er ook voor dat we er weinig last van hebben en gaan de gebouwen goed isoleren. We zien de Museumhaven juist als onderdeel van het geheel.”
Zijn er nog andere redenen voor deze plek?
“Ja, er waren twee gebouwen beschikbaar die uitstekend gebruikt konden worden. Ook konden we op deze manier bijdragen aan de exploitatie van Willemsoord. Daarbij komt dat door de toenemende digitale dienstverlening, onze inwoners steeds minder vaak op het stadhuis hoeven te komen. Hierdoor hoeft het stadhuis minder centraal in de gemeente te liggen en is het centrum van de stad een goede plek. Je kunt daarbij zeggen dat alle activiteiten die op Willemsoord komen, van een hotel tot een stadhuis van belang zijn. Je zorgt er op die manier voor dat er reuring komt op het terrein, ook op regenachtige dagen.”
In hoeverre speelde de slechte staat van de gebouwen mee om naar Willemsoord te verhuizen?
“De insteek was wel dat we een goede, duurzame bestemming voor de gebouwen wilden hebben. Maar van tevoren was niet bekend hoe slecht de gebouwen eraan toe waren. Pas later zijn we erachter gekomen dat het gebruik zoals het was, de instandhouding van gebouw 66 niet ten goede kwamen. Die instandhouding wordt voor ons dus ook een steeds belangrijker onderdeel om voor deze gebouwen te gaan. Gebouw 66 is een rijksmonument, wij zijn als gemeente verplicht om het in een goede staat te houden. Als we dat gebouw nu separaat nog eens zouden moeten opknappen, zonder dat het stadhuis erin zou komen, dan zou het nog miljoenen me?e?r gaan kosten. Bovendien wordt deze keuze ook ondersteund door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed; dit is precies wat ze bedoelen met behoud door ontwikkeling.”
Maar het is toch hartstikke duur zo’n nieuw stadhuis? Kunnen we dat geld niet beter besteden?
“Ik heb een kredietbedrag van 25 miljoen voor het stadhuis meegekregen. Maar daarbij ook dat het maximale exploitatiebedrag 1,63 miljoen euro per jaar is. Daarmee moet de investering in 40 jaar zeg maar afgelost worden. Dat kost het stadhuis straks op Willemsoord, maar dat kost nu ook de ‘tijdelijke’ huisvesting in de gebouwen aan de Kerkgracht en de Verkeerstorenweg per jaar. We houden geen geld over als we het nieuwe stadhuis niet bouwen. Er ontstaat dan dus geen potje van 25 miljoen euro dat we bijvoorbeeld in het sociale domein kunnen steken. Je verdient nogmaals dus niks en de kosten blijven hetzelfde.”
Hoe belangrijk is een goed stadhuis nou eigenlijk?
“Het is de basis van een goed democratisch proces. De raad overlegt en vergadert er. Daarbij is het de werkplek van ambtenaren, van wie een groot deel dat democratisch proces ondersteunt. Je kunt ook echt niet geen stadhuis hebben, dat werkt niet. Het is een visitekaartje voor je stad; om inwoners te ondersteunen bij al hun ‘officiele’ handelingen maar ook als er bezoekers van buiten komen, moet je iets hebben. Het liefst ziet dat er representatief uit, zoals op Willemsoord.”
Maar moet het allemaal zo groot zijn?
“Het valt eigenlijk wel mee hoe groot het wordt. We gaan niet heel ruim zitten. In de nieuwe situatie gaan we uit van flexwerkplekken, waarbij we een bezetting hebben van 0,69 procent. Dat wil zeggen dat niet iedereen een plek heeft om te werken, als elke medewerker naar het stadhuis komt.”
Hoe zit het eigenlijk met parkeren en bereikbaarheid?
“Goed! We zijn bezig met het onderzoek naar parkeren. Uit de eerste resultaten van een onafhankelijk onderzoek blijkt dat het binnen de bestaande parkeercapaciteit te regelen valt. Dat betekent dat er bijvoorbeeld niet op Buitenveld geparkeerd hoeft te worden. Je moet het zo zien dat deze ontwikkeling een lopend proces is, en dat we ervoor moeten en kunnen zorgen dat het allemaal past. We willen bovendien een bemoedigingsbeleid invoeren dat mensen op de fiets en met het ov naar het stadhuis komen. De bereikbaarheid van Willemsoord is daarnaast onderdeel van een bredere discussie over de bereikbaarheid van Den Helder. De drukte daar komt natuurlijk niet alleen door de komst van het stadhuis.”